Op 16 april 1945 werd te Sittard 2-6 R.I. als L.I.B. opgericht uit een Wachtbataljon dat in de winter van 1944 reeds bewakingsdienst voor de Geallieerden te Raamsdonk verrichtte, net zoals het zusterbataljon 1-6 R. I. (dat niet naar Indië vertrok). Beide bataljons zijn voortgekomen uit de
BS-ers van de Ordedienst. Het gebrek aan onbeschadigd en voldoende schoeisel in de Raamdonkse periode werd al bij 1-6 R.I. tot uitdrukking gebracht in het dragen van een geemailleerd speldje/hanger van een kapotte schoen.
Doordat veel leden van dit bataljon met 2-6 RI naar Indië gingen werd het motief later overgenomen als bataljons-embleem. Te Semarang en omstreken kende de Javaanse bevolking zodoende het bataljon als sepatoe-roesak (kapotte schoen).
Bataljonscommandant aanvankelijk Res. Majoor v.d. Heyden, half 1946 werd dit Res. Lt.Kol. Van Welzenes van 3-3 R.I., terwijl de Majoor Koerselman het bataljon vanaf oktober 1947 commandeerde.
Het bataljon heeft voorzover bekend geen gedenkboek uitgegeven.