Het Vergeten Leger
Nederlandsch Indië 1945-1950
Uitvoeringen:
A en D

Dit bataljon was een van de laatste eenheden dat naar Indië vertrok (september 1949 heen en september 1950 teruggekeerd). Het embleem is medio 1950 ingevoerd en symboliseert het patrouillelopen en het verrichten van wachtdiensten.
Een van de taken van de eenheid was om het terugtrekken van de Nederlandse troepen te beschermen. Ontwerper was de Grenadier J. Swart (3e Cie.) n.a.v. een prijsvraag

Het bataljon verbleef op West-, Midden-, en Oost Java


Bijzonderheden: hoewel in de geschiedenis van de Indië-mouwemblemen het infanterie bataljon steeds de kleinste eenheid was dat nog een eigen embleem voerde, is het 431e Inf Bat (als enige) van deze ongeschreven regel afgeweken. Behalve het bataljonsembleem, zijn emblemen ontworpen en gedragen voor:
- de trailleurcompagnie
het mortierpeloton
het carrierpeloton
de motortransportsectie
Een militair van het 431e kon dus vervolgens op de linkermouw het bataljonsembleem en op de rechterzijde één van de hierboven genoemde dragen.
7e Bataljon Garde
Grenadiers
(431 B.I.)
Opgericht: 01-07-1949  

Categorie: dpln. lichting 1949-I

Onderdeel van: 43ste Zelfstandige Infanterie Brigade (in Indië H-Brigade genoemd)  

Vertrek Indië: 17-08-1949 a/b "Zuiderkruis"  

Aankomst Indië: 09-09-1949 Batavia  

Toegevoegd aan: T.T.C. West-Java, T.T.C. Oost/Java  

Ingedeeld bij: n.v.t.  

Actiegebied(en): Tegalega, Soekaboemi, Palabuang Ratu, Batavia, Semarang, Malang

Commandant: Luit.Kol. Kruikemijer, Majoor Zwijns

Gerepatrieerd: 20-02-1951 a/b "Nelly", 18-03-1951 aankomst Amsterdam