Het Vergeten Leger
Nederlandsch Indië 1945-1950
BARISAN
PENGAWAL
NST
De Barisan Pengawal NST werd door het Nederlandse bestuur opgericht als (paramilitaire-) legermacht voor de nieuwe federale staat Oost-Sumatra, ook wel genoemd "NST - Negara Soematera Timoer". De hoofdstad van deze deelstaat was Medan. De leden van deze Barisan stonden bekend als "Blauwpijpers". Het korps werd uitgerust door het KNIL en als zodanig droegen de officieren de rangsonderscheidingstekens van het KNIL. Als embleem (in metaal en waarschijnlijk ook in stof)  werd het tabaksblad in een krans gedragen, het symbool voor de Oostkust van Sumatra. De Barisan stond aanvankelijk onder leiding van Menadonees Luitenant-Kolonel Supheert en bestond in december 1949 uit 4 veiligheidsbataljons!
Het is niet bekend of er in andere federale deelstaten ook dergelijke Barisan zijn opgericht.

Citaat tekst onder de grote foto en uit boek Medan - Beeld van een Stad ( zie petemblemen met tabaksblad, KNIL schouderrangen en NST naamlint):

Onder grote publieke belangstelling vond op 27 december 1949 de souveraniteitsoverdracht te Medan plaats. Hier wordt in de ochtenduren bij het bestuurskantoor aan de Manggalaan te Medan het commando over de vier bataljons van de Barisan Pengawal overgedragen aan de commandant TNI Tentara & Territorium I Sumatera Utara, kolonel A.E.Kawilarang. In het midden staat de Wali Negara, Tengkoe Dr. Mansoer, vooraan de Barisan Pengawal commandant Kolonel Djomat Poerba, rechts van dr. Mansoer de kolonel Kawilarang. Aansluitend droeg generaal-majoor P.Scholten in het stafkwartier van de Z-Brigade in het gebouw van de Deli Spoorweg Maatschappij aan de Serdangweg het militaire gezag in Noord-Sumatra over aan de Kolonel A.E.Kawilarang.

Het veiligheidscorps van de NST, de Barisan Pengawal, in de wandeling genoemd de Blauwpijpers, dateert van 1 November 1947, toen het 1e Bataljon werd opgericht. In verschillende plaatsen in Soematera Timoer hadden zich destijds kleine groepen vrijwilligers gevormd, die zich oefenden onder leiding van militairen en politie, teneinde mede te werken aan het verzekeren van de veiligheid. Te P. Siantar was voor en tijdens de eerste politionele actie een dergelijke groep vrijwilligers uit diverse kringen der inheemse samenleving ontstaan o.l.v. de heer Djomat Peoerba, manschappen, die in blauwe uniformen werden gestoken en vandaar al gauw de bijnaam blauwpijpers ontvingen. Later werden ook elders dergelijke groepen opgericht, zo in T. Balei (onder Toengkoe Saiboen); in T.Tinggi en L. Pakam (onder Datoek Baharoedin); in Brastagi; te K. Djahe (onder Radja Meliala); te Bindjei en te T.Poera (onder Tengkoe Madian en Tengkoe Soelaiman).

Van een coordinatie dezer groepen als militaire eenheid was echter eerst geen sprake bij de instelling van de Negara Soematera Timoer. Toen werd nl. het KNIL belast met de instructie en organistie, dat deze taak oplegde aan Luit-Kolonel FJWFM Supheert. In Juli 1948 is deze hoofdofficier daarin opgevolgd door Overste JH Tijmann, aan wie was toegevoegd Kapt. DH Been.
Dhr. Djomat Poerba werd in januari 1948 tot commandant benoemd, het gehele korps kwam te ressorteren onder het daartoe in het leven geroepen Dep. van Veiligheid met Toeangkoe Saiboen als hoofd en Kapt. DH Been als secretaris.

Aan een gedegen opleiding der manschappen is alle zorg besteed. Het eerste kader, bestaande uit 27 sergeanten en 23 korporaals, ontvingt instructie aan de
Prins Bernhard Infanterie-School te Tjimahi en het kon, goed toegerust op 8 juni 1948 bij het detachement te Gloegoer op feestelijke wijze zijn entree maken. Er bleek onder jongeren zoveel animo voor het dienstnemen te bestaan, dat reeds op 1 mei 1948 een tweede Bataljon werd opgericht. Door een reorganisatie, waarbij de bataljons van zgn. bewakingsbataljons werden omgevormd tot tirailleursbataljons, bestond het korps in oktober 1949 uit 3 bataljons, terwijl nog datzelfde jaar 2 nieuwe bataljons in opleiding waren.

Op 14 augustus van dat jaar vond de eerste steenlegging plaats te Bindjei van een groot centraal kampement, waar een volledig bataljon infanterie met gezinnen kon worden gehuisvest. Daar verrezen 24 barakken elk voor 32 gezinnen en 12 voor elke dertig ongehuwden, voorts 6 compagnieskantoren met rustkamers, ziekenzaal, kantine ontspanningslokalen, enz.

Op 1 november 1949 waren in dit fraaie, door de Genie gebouwde kampement reeds 700 recruten in opleiding, een getal, dat binnen 1 1/2 maand tot 1500 zou uitgroeien.
Het korps geniet het vertrouwen der bevolking, een feit dat bij de herdenkingen van het een-, twee- en driejarig bestaan herhadelijk (ook bij dagorder) werd vastgesteld. Bovendien heeft het bij de tweede politionele actie zijn bruikbaarheid volkomen bewezen.


Op 22 december 1949 is bij dagorder Commandant Djomat Poerba de Barisan Pengawal door de Ned. Regering overgedragen aan de regering van de N.S.T. Vijf dagen later werd het Veiligheidskorps door laatstgenoemde regering op haar beurt overgedragen aan de vertegenwoordigers van de Veiligheidscoordinator


Emblemen collectie: F. Wilschut,
Tekst en foto's met dank aan F. Wilschut ( Bron: Oostkust van Sumatra Tropen Instituut te Amsterdam)
Straatnaam, zgn. 'Brabants weefsel' (Nederlandse aanmaak?)