Bij Ministeriële Beschikking van 19 juni 1940 nr 17 werd voor de in Engeland gelegerde troepen een nieuw kledingvoorschrift vastgesteld. Hierin werd o.a. bepaald dat door de Nederlandse militairen behorende tot de Koninklijke landmacht in Engelandde Britse uniform gedragen zou worden, en werden er ook nieuwe rangonderscheidingstekenen vastgesteld.De officiersrangen bleven gelijk aan die welke werden gedragen tot mei 1940 in Nederland. Het enige verschil bestond daarin dat op de jas-DT (Nederlandse benaming vanaf november 1946 voor de 'Service Dress') de rangonderscheidingstekenen nu op een vijfhoekige pat werden geplaatst en de balken en sterren een kleinere vorm kregen.
De rangonderscheidingstekenen in de tropen werden door officieren en adjudant-onderofficieren op de schouderbedekking gedragen, veelal in de vorm van een schuifpassant. Voor de overige gegradueerden dienden de chevrons rechtstreeks op de mouw te worden gedragen echter meestal droeg men deze ook als passant op de schouderbedekking (hetgeen dus formeel niet was toegestaan).
op passant en v.v. Nederlandse kroon als los embleem t.b.v. het VT, v.v.
Britse Kroon ('King's Crown')
Sergeant-majoor
Fraaie uitvoering in koper, v.v. Nederlandse kroon
Op de onderarm van beide mouwen, 16 cm van de onderkant van de mouw werd door de sergeant-majoor/opperwachtmeester een kroon gdragen, omgeven door een lauwerkrans. Deze komt zowel in gedrukte vorm als in een messing uitvoering. Voor het (zomer/) tropen tenue kon de metalen kroon ook d.m.v. een (leren) riempje aan de pols gedragen worden.