Het Vergeten Leger
Nederlandsch Indie 1945-1950
C.J. (Cees) Taillie    1920-2005

Cees Taillie  was het laatste oorlogsjaar lid van de binnenlandse strijdkrachten in de kop van Noord Holland. Na de oorlog meldde hij zich als oorlogsvrijwilliger, deels uit dankbaarheid voor hetgeen de geallieerden hadden gedaan, deels uit een zucht naar vrijheid en avontuur. Hij kreeg zijn militaire opleiding in Engeland om later ingezet te worden in de strijd tegen Japan. Echter, na de capitulatie van Japan keerden Taillie en zijn medesoldaten terug naar Holland. Hier werden ze bijgeschoold om ingezet te kunnen worden in Indië. Hij werd als sergeant bij de genie ingedeeld bij de 7 December Divisie en vertrok op 2 september 1946 als kwartiermaker met de ms Klipfontein naar Indonesië. Het onderdak moest worden geregeld voor de duizenden Nederlandse militairen die in Indonesie de rust en orde gingen herstellen.
De koloniale rust en orde die grondig was verstoord door de Japanse bezetting en de uitgeroepen onafhankelijkheid door Soekarno en Hatta, direct na de capitulatie van Japan.
Na het kwartier maken werkte Taillie o.a. tijdens de eerste politionele actie aan het begaanbaar houden van de konvooiweg Batavia – Bandung: herstel van wegen, en bruggen het uit de wegruimen van door Republikeinen opgeworpen versperringen. Vanaf het alle eerste begin fotografeerde Taillie, om zoals hij zelf zegt: “later thuis te laten zien wat ik zoals meemaakte en voor de jongens die geen camera hadden”. Na een jaar bij de genie werd Taillie over geplaatst naar de Dienst voor Legercontacten (DLC), naar de ‘pictorale’ afdeling van deze dienst. Hij kan van zijn hobby zijn beroep maken, hij wordt fotograaf. Korte tijd werk hij als fotograaf op Java, waar hij onder andere het werk van de Commissie van Goede Diensten vastlegt. Maar al gauw werd de deelstaat Oost Indonesië met Makasar (op Celebes/Sulawesi) zijn standplaats.
Van hieruit bereisde hij het hele oostelijke deel van de Indonesische archipel met als belangrijkste opdracht pasfoto’s te maken van KNIL-soldaten en het wel en wee van de militairen in beeld te brengen. Als fotograaf van de DLC werd Taillie geacht wekelijks zijn negatieven voorzien van bijschriften naar het hoofdkantoor in Batavia te sturen. Daar in Batavia werd beoordeeld welke voor publicatie in aanmerking kwamen, welke doorgestuurd konden worden naar Nederland. En in Nederland werd nogmaals beoordeeld of de beelden in overeen stemming waren met het  karakter van de Nederlandse militaire aanwezigheid. Choquerende beelden van gewapende strijd, van gewonden, van de vijand werden niet op prijs gesteld. Taillie werkte zoveel mogelijk met twee camera’s: een voor de DLC en een waarmee hij opnames voor zichzelf bleef maken. Is in het begin, tot ongeveer april 1948, het militaire element sterk aanwezig, later verdwijnen dergelijke beelden naar de achtergrond en is er meer aandacht voor het leven van de lokale bevolking, voor de overweldigende natuur. Op 2 oktober 1949 zet Cees Taillie na een verblijf van drie jaar als militair in Indonesie, weer voet op Nederlandse bodem. In zijn bagage zitten meer dan 4500 negatieven, het visuele verslag van zijn belevenissen in Indonesië in de periode sept. 1946-okt. 1949.

De fotocollectie bevind zich thans in het Tropenmuseum te Amsterdam
Schuifpassant
Dienst Leger Contacten

Public Relations

C.J. Taillie
Volgende pagina