Dienstvak, belast met het uitvoeren van transporten, die niet door de interne vervoersmiddelen van de eenheid konden worden uitgevoerd. De eerste acht compagnieën AAT, genummerd 2, 4, 7 en 14 tot en met 18 Cie AAT waren eenheden van OVW'ers en kwamen naar Indië als Calmeyereenheden. Daarna kwam met de C-Divisie het 1 Bataljon Aan- en Afvoertroepen, bestaande uit vier compagnieën, aangeduid als 1-1 tot en met 4-1 A.A.T. Vervolgens kwam met de D-Divisie het 2 Bat. A.A.T., de compagnieën van dit bataljon zijn zelfstandig ingezet en werden genummerd als 30 tot en met 33 Cie. A.A.T. Daarna arriveerden 34 tot en met 37 Cie. A.A.T. van de E-Divisie en tenslotte met de F-, G- en H-Brigade respectievelijk 41, 42 en 42 Cie. A.A.T.
De eerste eenheden van de genie, uitgezonden als Calmeyereenheden* bestonden uit OVW'ers. Het waren 3 tot en met 6 Genieveldcompagnie (Gn. VeldCie). de 1 en 2 Gn. VeldCie. behoorden tot het KNIL. De benaming van deze eenheden luidt soms anders, ze werden ook Veldcompagnie Genie(troepen), Compagnie Genie(troepen) of Divisie-Pionier-compagnie genoemd. De 16 Compagnie Legergenietroepen, ook wel Leger-pioniercompagnie genoemd, behoorde ook tot de Calmeyereenheden.
Vervolgens kwam met de C-Divisie het 1 Bataljon Genie mee, dit omvatte de 1 Genie ParkCie. en 11, 12 en 13 Gn. VeldCie. Met de D-Divisie kwamen 2 Genie ParkCie. en 8, 9 en 10 Gn.VeldCie. als losse onderdelen, dus niet in divisieverband. Met de E-Divisie 3 Genie ParkCie., 18 Cie Leger Genie, een Compagnie Mechanische Uitrusting en 14 en 15 Genie VeldCie. Met de F-, G- en H-Brigade arriveerden tenslotte de 41, 42 en 43 Genie VeldCie en 41 en 43 Genie ParkCie. Ook zijn er nog een aantal losse pelotons uitgezonden.
*Eenheden die in 1946 werden uitgezonden om, samen met de Lichte Infanterie Brigades, nieuwe brigades te formeren. Het plan voor de uitzending was opgesteld door de kolonel M.R.H. Calmeyer, n.a.v. een dienstreis waaruit was gebleken dat de militaire taak die stond te wachten, te zwaar zou zijn voor de LIB' s.